Pagina's

zondag 9 december 2012

HANDLEIDING: Verantwoording van dit ontwerp


Dit ontwerp komt niet zomaar uit de lucht vallen. Voorafgaand heb ik een curriculumopdracht gedaan aan de hand van een artikel van Van den Akker waarna ik een analyse en visualisatie van het curriculum heb gemaakt van b.s. De Stappen. Hieruit bleek vooral dat het onderwijs op de Stappen erg methodegericht wordt vormgegeven. De methode wordt hierbij erg strikt gevolgd, waardoor er weinig ruimte is voor de leerkracht om zelf onderwijs te ontwerpen. De basisvakken rekenen en taal staan centraal, waardoor de expressievakken en sociaal-emotionele ontwikkeling in het geding komen. 

In dit ontwerp worden deze vakgebieden allemaal geïntegreerd, waarbij rekenen het uitgangspunt is. Er is voor rekenen gekozen, omdat in de methode Schatkist voor kleuters veel activiteiten op taal gericht zijn en rekenen te weinig structureel aan bod komt. 

De nieuwe visie van de school: De Stappen wil kinderen voorbereiden op de wereld van morgen. Dit betekent dat kinderen naast onderwijs in de kernvakken, onderwijs moeten krijgen dat hen vaardig maakt om in deze wereld als volwaardig burger te kunnen participeren, vraagt om 21th century skills. In dit ontwerp wil ik met de kleuters op een creatieve wijze aan deze vaardigheden werken. Zo komen kritisch analytisch denken, samenwerken, probleemoplossend vermogen, zelfsturing, communicatie, creativiteit en innovatie allemaal aan de orde. De kleuters worden uitgedaagd door een rekenrijk project waarbij ze zelf een onderzoekende houding aan moeten gaan nemen. De leerkracht heeft geen kant en klare antwoorden, maar moet samen met de kleuters in dit avontuur stappen. Dit vraagt om een andere rol voor de leerkracht, dan gewend wanneer een methode wordt gevolgd. De leerkracht wordt betrokken in het proces van de kinderen en is dus zelf deelnemer. 
Ook wordt de leeromgeving groter dan het klaslokaal. De kinderen zullen in hoeken op de gang verschillende onderzoekjes uit gaan voeren en daar later verslag van doen in de klas. Ook het informeel leren krijgt bij een aantal domeinen een plaats. De kinderen zullen thuis of in het zwembad verder gaan met hun onderzoek en deze resultaten later weer mee de klas in brengen. Deze aspecten zijn eerder in dit ontwerpproces ook als wensenlijstje uit het scenariospel gekomen, evenals de werkvormenanalyse. Als favoriete werkvormen stonden namelijk de coöperatieve werkvormen, probleemoplossend vermogen en de 21th century skills in mijn top 3. Daarnaast stond ook spel hoog op mijn lijstje. Deze werkvorm komt met name tot uiting wanneer de sociaal-emotionele filmpjes met betrekking tot conflicten en samenwerking worden bekeken en uitgespeeld in de grote en kleine kring. 

Hiermee is de cirkel rond en kan dit ontwerp daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Voor de leerkrachten hier nog een iBook met alle informatie die nodig is om het project uit te kunnen voeren. Veel plezier, ben niet bang als leerkracht de touwtjes wat uit handen te laten nemen, de leerlingen kunnen deze verantwoording zeker aan! Waag die sprong in het diepe en dan zul je zien dat je vanzelf weer boven komt.

zaterdag 8 december 2012

HANDLEIDING: Assessment & Differentiatie

Met dit project heb je natuurlijk duidelijk doelen voor ogen, die uiteindelijk ook beoordeelt moeten worden: Wat hebben de kinderen van dit project geleerd?
De kinderen moeten allemaal een actieve bijdrage vormen in het uitvoeren van de onderzoekjes en meewerken in de eindproducten. Per domein wordt er een bijdrage geleverd aan het uiteindelijke eindproduct van de hele klas: De maquette van het ontworpen zwembad.

Omdat de afzonderlijke onderzoekjes in groepjes worden uitgevoerd is het heel belangrijk om deze resultaten steeds te laten presenteren aan de rest van de groep. Mogelijk hebben de kinderen uit de andere groepjes nog tips (feedback) om tot een beter ontwerp te komen. Om deze resultaten vast te leggen kan een mindmap met de kleuters worden gemaakt. De leerkracht schrijft de woorden bij de afzonderlijke takken en de kinderen kunnen in tijdschriften bijpassende plaatjes vinden of zelf tekeningen maken. Zie deze site voor meer informatie en voorbeelden over mindmappen bij kleuters. Uiteindelijk heb je zo nog een eindproduct voor de hele groep.

Wat uit het scenariospel ook al bleek, zouden wij op de Stappen het proces meer moeten waarderen in plaats van het eindproduct. Belangrijk is dan ook dat dit proces in de kleine groepjes geregeld gereflecteerd wordt met behulp van de leerkracht en dat hij de leerlingen voorziet van formatieve feedback. Bij kleuters zal dit met name door middel van een gesprek kunnen gebeuren, maar je kan hen ook smileys laten kleuren als het gaat over de samenwerking in de groep wat weer een aanleiding kan zijn voor een gesprek. Voor het onderdeel sociale vaardigheden kan het assessment bestaan uit rollenspellen: De kinderen spelen situaties uit in de kring en krijgen hier eerst formatieve feedback op. Op een tijdstip dat de kinderen zelf mogen bepalen spelen ze het rollenspel uit voor een summatief assessment.

Tijdens het project, maar ook bij het assessment moet natuurlijk rekening gehouden worden met de verschillen tussen de kinderen. Je mag van een kleuter van 4 jaar niet hetzelfde verwachten als van een kleuter van 6 jaar. Differentiatie is daarom om beide gevallen vereist! Uitgaande van het trapmodel moeten de kleuters van 4 jaar vooral ervaring opdoen tijdens de onderzoekjes. Zij zullen geen leidende functie innemen, maar vooral deelnemen en experimenteren tijdens de onderzoeken. Doordat ze samenwerken met oudere en waarschijnlijk vaardigere kinderen, hoop je hen een stapje hoger te krijgen, namelijk in de trap van begrijpen. Deze trap is geschreven op de kinderen van 5 jaar. Vervolgens is het de bedoeling dat de kinderen naast het begrijpen ook kunnen uitleggen en toepassen. De kinderen van 6 jaar zullen dan ook veelal het voortouw moeten nemen in de presentaties.

HANDLEIDING: Coöperatieve werkvormen

Samenwerken is één van de belangrijkste uitgangspunten in dit ontwerp. Het idee is dat er gemengde groepen worden gemaakt, waarbij kleuters van 4, 5 en 6 jaar gaan samenwerken. Er bestaat zelfs de mogelijkheid om peuters die bijna 4 jaar zijn mee te laten doen tijdens de onderzoekjes. Hiervoor worden coöperatieve werkvormen gebruikt, waarbij samenwerken de belangrijkste didactische structuur is.
Voor wie meer wil weten over deze coöperatieve werkvormen:

- achtergrondinformatie coöperatieve werkvormen
- Filmpje: coöperatieve werkvormen bij de kleuter
- Site waarop coöperatieve werkvormen worden gekoppeld aan de fases van het activerende directe instructiemodel

Goede werkvormen om te gebruiken tijdens dit ontwerp:
- Tweegesprek op tijd
- Deel en vergelijk
- Denken, delen, doen
- Rondpraat en tweepraat
- Binnenkring, buitenkring


vrijdag 7 december 2012

HANDLEIDING: Sociaal-emotionele Ontwikkeling

Aangezien de kleuters gedurende dit project veel gaan samenwerken aan de hand van coöperatieve werkvormen, kan voorzien worden dat hier ook geregeld conflicten door zullen ontstaan. Deze conflicten moeten dan ook niet voorkomen worden, maar juist uitgangspunt zijn om hiermee aan de slag te gaan. Natuurlijk moet hierover gesproken worden met de desbetreffende kinderen, maar wellicht hebben de andere kinderen juist goede ideeën om de conflicten op te lossen en in een verder stadium te voorkomen. Na dit gesprek kunnen verschillende filmpjes bekeken worden op het touchscreenbord en later door middel van rollenspellen worden uitgespeeld in de grote en kleine kring.

Filmpjes:   
-Plagen
-Ruzie
-Vrienden

Aangezien de kinderen verschillende leeftijden hebben en gemengd aan de onderzoekjes werken is het voor de leerkracht wel van belang deze verschillen goed voor ogen te houden. Hiervoor zijn de ontwikkelingsfases uit het observatiesysteem KIJK! als uitgangspunt genomen, maar opnieuw geordend en waar nodig aangevuld. Dit is het nieuwe model voor de ontwikkelingsfases waar de kinderen gedurende dit onderzoekproces op geassesst kunnen worden.

Belangrijk is om de kinderen te betrekken in het formatieve en summatieve assessment, zij kunnen zelf aangeven wanneer ze denken dat ze het beter kunnen en dit aan de leerkracht laten zien. Zo creëer je een rijk observatiemoment.

woensdag 28 november 2012

LEERTAAK: Temperatuur

Te onderzoeken vraag:
- Wat is de ideale watertemperatuur voor het zwembad?

De kinderen kunnen onderzoek doen naar de verschillende verschijningsvormen van water:
- Bij welke temperatuur voelt het water koud aan?
- Bij welke temperatuur voelt het water warm aan?
- Bij welke temperatuur verandert water in ijs?
Hier nog een filmpje voor de kinderen over de drie vormen van water.

Mogelijk mogen de kinderen de temperatuur van het zwembadwater van het zwembad waar ze komen voor zwemles wel meten.

LEERTAAK: Snelheid

Te onderzoeken vraag:
- Hoe kun je sneller door het water bewegen?

De kinderen kunnen onderzoek doen naar dieren die gestroomlijnd door het water bewegen. Dit filmpje kan een beginpunt zijn voor dit onderzoek.

Vervolgens kunnen de kinderen met verschillende stoffen testjes in water uitvoeren:
- Welke stof absorbeert water?
- Welke stof stoot water af?

Voor het eindproduct kan zwemkleding ontworpen worden door deze groep.

LEERTAAK: Geld

Te onderzoeken vraag voor de kinderen: Hoeveel geld moet je betalen om een dagje in jullie zwembad te komen zwemmen?
- Kost een hele dag zwemmen even veel als een ochtend of een middag zwemmen?
- Kost het binnenzwembad evenveel als het buitenzwembad?

Kleuters hebben vaak nog geen besef van de waarde van geld, een bezoekje aan de supermarkt naast de school en dit filmpje van Moffel & Piertje zouden hierbij kunnen helpen. Ook kunnen ze eens navragen hoeveel de entreeprijs is van het zwembad waar de kinderen op zwemles zitten en dit later op school met elkaar vergelijken.

Vervolgens kan er geld gemaakt worden en entreekaartjes. Wellicht zijn de kinderen geïnteresseerd in het 'echte' proces hoe geld wordt gemaakt. Dit filmpje kan antwoord geven op deze vraag.
Passend bij de methode Schatkist, echt Pompom geld en een werkblad voor kleuters die willen gaan rekenen met geld.

Achtergrond informatie over het domein geld als aanvulling op de SLO doelen rekenen voor kleuters gevonden op de site Onderwijs maak je samen. Lees hier het artikel.


LEERTAAK: Tijd

De kinderen gaan bepalen wat de openingstijden zijn van het zwembad, hiervoor hebben ze tijdsbesef nodig. Zou een zwembad al om 07.00u 's morgens open zijn? Of komt er na 22.00u 's avonds nog iemand zwemmen?

De kinderen gaan de klok bestuderen:
- Op welke uren is het ochtend?
- Op welke uren is het middag?
- Op welke uren is het avond?
- Op welke uren is het nacht?
Ze kunnen dit onderzoeken door allemaal gedurende 1 dag een 'dagboek' bij te houden. Wanneer sta je op, ga je naar school etc.?  Hierna bespreken de kinderen de resultaten met elkaar en doen later verslag uit naar de hele groep.

Als de openingstijden zijn bepaald wordt hier een bord voor gemaakt. Nieuwe vragen kunnen nu zijn:
- Hoeveel uur op een dag is het zwembad open?
- Op welke dagen in de week is het zwembad open?
- Zijn de openingstijden in de winter hetzelfde als in de zomer?  

Wellicht komen de kinderen naar aanleiding van deze vragen wel met nieuwe vragen over de werking van klokken. Erg interessant om dan eens een klok uit elkaar te laten halen.

Rol van de leerkracht: De kinderen zullen de leerkracht in het begin van dit onderzoeksproces hard nodig hebben. Tijd is een vrij abstract begrip en moet gaan 'leven' voor de kinderen. Ze moeten inzicht krijgen in een dagindeling en hier dus zelf conclusies uit trekken met betrekking tot de openingstijden van het zwembad. Om de betrokkenheid hoog te houden zou de leerkracht in het proces betrokken moeten zijn en kan in zijn rol als aanvoerder in eerste instantie wel de initiatieven nemen. Mogelijkerwijs nemen de kinderen deze initiatieven later zelf over.


LEERTAAK: Gewicht

Bij dit domein kun je twee kanten op, namelijk het aspect drijven en zinken of de buigkracht van de duikplank.

Drijven en zinken:
Laat de kinderen experimenteren in de watertafel met verschillende voorwerpen. Ze kunnen hun resultaten noteren op dit werkblad. Er kan ook voor gekozen om met de kinderen eerst een voorspellende mindmap te maken, hierna mag getest worden met de materialen of deze voorspelling klopt en dit aangeven met behulp van smileys. De kinderen komen tot de ontdekking dat zware voorwerpen zinken en lichte voorwerpen drijven. Dit gegeven kunnen de kinderen gebruiken om speelelementen voor in het zwembad te bedenken:
- Van welk materiaal moet je matten maken waar je onderdoor kunt zwemmen?
- Van welk materiaal moeten duikringen worden gemaakt?
Interessant om te onderzoeken is ook de vraag:
- Hoe kun je op een luchtbed in het water blijven drijven? Het gewicht van een kind is toch wel zwaar? 
Buigkracht van de duikplank:
Op de duikplank krijg je te maken met het gewicht van verschillende mensen. Naar aanleiding hiervan kunnen de kinderen van deze groep alle kinderen van de klas gaan wegen, maar ook thuis hun ouders wegen. De kinderen doen zo ervaring op met wegen aan de hand van een personenweegschaal, hierbij kan het verschil tussen een digitale en een analoge weegschaal aan bod komen.
Vervolgens kan onderzocht worden hoe de kinderen een stevige duikplank kunnen maken die niet breekt als er iets zwaars op komt.
Mogelijk kunnen de kinderen navraag doen in het zwembad waar ze komen voor zwemles.
Rol van de leerkracht:
In het drijven en zinken onderzoek zullen de kinderen, de leerkracht minder nodig hebben. Ze kunnen deze activiteit aan de hand van het werkblad zelfstandig uitvoeren. De leerkracht zal achteraf gerichte vragen kunnen stellen in de rol van coach. De vraag over het luchtbed zal waarschijnlijk samen met de leerkracht onderzocht moeten worden, waarbij de rollen van aanvoerder en medespeler het beste passen. Ook het wegen van de kinderen en de ouders kunnen de kinderen zelfstandig uitvoeren. Bij de stevige constructie komt de leerkracht wel in beeld. Ook hier zijn de rollen van aanvoerder en medespeler aan te raden.


LEERTAAK: Inhoud

Vraag voor op het touchscreenbord. De kinderen mogen in het groepje een antwoord geven op deze vraag en onder de afbeeldingen zelf een zwembad tekenen, zoals zij willen dat dit eruit komt te zien.

Maar hoe komen ze nou achter het echte antwoord?
De kinderen zullen moeten gaan experimenteren met verschillende vormen bakken en water aan de watertafel.

Benodigdheden:
- Watertafel
- Maatbekers
- Verschillende vormen bakken, cilinders

Na het onderzoek, mogen ze hun eerste antwoord eventueel bijstellen. Hierna doen ze verslag uit in de grote kring naar de andere kinderen.

Rol van de leerkracht:
- Aanvoerder: Leerkracht neemt het voortouw, maar nodigt de leerlingen uit tot actie. Denkt hardop en stelt open vragen. De leerkracht is zelf deelnemer van het onderzoek. Je bent als leerkracht belangstellend en neemt de reacties van de kinderen serieus.

LEERTAAK: Oppervlakte

Te onderzoeken vraag:
- Hoe groot moet de speelweide rond het zwembad zijn?   

Deze groep kan praktisch aan de slag zodra de groep van het domein inhoud een vorm voor het zwembad hebben bedacht. Hiervoor kunnen de kinderen gaan meten met verschillende meetinstrumenten en zo kennis maken met het begrip oppervlakte. In eerste instantie is het bijvoorbeeld mogelijk om verschillende dingen in de klas op te gaan meten. De kinderen bepalen welk meetinstrument ze hiervoor gebruiken. In het begin kan dit een natuurlijk maat zijn, zoals met voetstappen, maar de leerkracht biedt vervolgens ook standaardmaten aan:

* Trek een voet van een van de kinderen om en laat deze uitknippen, met deze voet kan de lengte en breedte van een tafel worden gemeten of zelfs van het klaslokaal.
* Laat de kinderen andere meetexperimenten uitvoeren met touwtjes of strookjes papier.
* De volgende stap is om als leerkracht in de rol van coach verschillende meetinstrumenten aan te bieden: meetlat, rolcentimer, etc.
* Als allerlei voorwerpen in de klas gemeten en genoteerd zijn, kan het meetexperiment op het schoolplein worden uitgebreid: - Hoe groot is de zandbak? - Hoe groot is het schoolplein?
* Vervolgens kan de link gelegd worden met het zwembad: - Welke grootte zou overeen kunnen komen met het zwembad, het klaslokaal of het schoolplein?
* Voor het eindproduct (een maquette) kan de grootte van de speelweide worden bepaald met behulp van papieren badlakens op schaal: Hoeveel mensen moeten er kunnen liggen? Kunnen we dat afpassen met behulp van dit badlaken? Moeten de lakens tegen elkaar liggen of moet er ook loopruimte over blijven?

Rol van de leerkracht:
De kinderen zullen de leerkracht hard nodig hebben in dit onderzoek. Afhankelijk van de beginsituatie van de kinderen op het gebied van meten kan de leerkracht kiezen voor een rol buiten of in het onderzoek. Om nieuwe impulsen te kunnen bieden zal de leerkracht het beste de rol van trainer of coach aan kunnen nemen.


maandag 26 november 2012

HANDLEIDING: Rol van de leerkracht

Om bij de kleuters een onderzoekende houding te bewerkstelligen is het noodzakelijk om je handelen als leerkracht hierop aan te laten sluiten.
Door een prikkelende/uitdagende vraag te stellen zullen kleuters vanzelf al de drang krijgen om op onderzoek uit te gaan. Hoe kun je dit proces als leerkracht nu het beste ondersteunen?

Hiervoor maken we gebruik van theorie en onderzoek in het ontwikkelingsgericht onderwijs. Deze vorm van onderwijs sluit het beste aan bij het doel van dit ontwerp: Kleuters zelf de ruimte bieden om op onderzoek uit te gaan.

Dorian de Haan en Els Kuipers (2008) beschrijven in hun boek: Leerkracht in beeld, verschillende rollen voor leerkrachten als leerlingen onderwijs doen. Oorspronkelijk worden deze rollen beschreven voor leerkrachten in de bovenbouw, maar volgens mij kunnen deze ook goed in de onderbouw worden toegepast.

De leerkracht kan ervoor kiezen om 'boven' de kinderen te gaan staan en dan de rol van trainer of coach op zich te nemen. Het initiatief ligt in beide rollen geheel bij de leerkracht. Om voor grote betrokkenheid te zorgen, is het goed het initiatief juist bij de leerlingen te leggen. De leerkracht wordt dan een deelnemer van het onderzoek en kan de rol van aanvoerder of medespeler aannemen.
In het volgende schema worden de verschillende rollen nader toegelicht.

Voor dit project is het raadzaam om geregeld verschillende rollen aan te nemen. Mochten de kleuters even 'vast' zitten dan is het wellicht goed om je op te stellen als coach, maar 'loopt' het onderzoek dan pleit ik voor de rollen aanvoerder of nog liever een medespeler! Dit biedt de kleuters de meeste ruimte om antwoorden te vinden.

HANDLEIDING: Trapmodellen

Alle leertaken zijn gebaseerd op het trapmodel passend bij kerndoel 33. Zie het bericht assessment en differentiatie hoe je hier als leerkracht mee om moet gaan. Daarnaast is er voor het sociaal-emotionele aspect een ontwikkelingsprofiel opgesteld, waarbij de ontwikkelingslijn van KIJK! het eerste uitgangspunt is geweest.

zondag 25 november 2012

HANDLEIDING: Start Simulatie ontwerp

Start


Overkoepelend idee:
Op basisschool de Stappen zijn drie kleutergroepen die samen aan één groot project gaan werken. Ieder groep met zijn eigen thema, maar met onderliggend dezelfde activiteiten die aansluiten bij kerndoel 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Iedere groep maakt zijn eigen eindproduct die tezamen een grote maquette vormen. Per klas worden de kinderen ingedeeld in groepjes. Ieder groepje werkt één van de domeinen uit passend bij de leerlijn meten. De concrete leertaken sluiten aan bij het trapmodel meten = weten, de domeinen snelheid en temperatuur zijn hierbij niet opgenomen. De leertaken voor snelheid en temperatuur zijn daarom ook minder uitvoerig beschreven. Doordat gewerkt wordt vanuit coöperatieve werkvormen zullen ook de ontwikkelingsfasen van zelfbeeld, relatie leerling-leerling en conflictsituaties als onderdeel van de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kleuters aan bod komen.


Centraal staan:
- Onderzoekende houding van de kinderen
--> probleemoplossend leren;
- Coöperatieve werkvormen;
- Spel;
- Flow!
Achtergrond artikelen over Flow van Girod en Sawyer.

Achterliggende gedachte:
Wouw is een dorp in Noord-Brabant waar weinig faciliteiten zijn voor jonge kinderen. Hiervoor moeten zij uitwijken naar de ‘grote stad’, Bergen op Zoom of Roosendaal. In dit ontwerp gaan de kinderen hun ideale vrije tijdsbesteding bedenken en ontwerpen. Vooraf bedacht zijn nu: Het zwembad, een pretpark en een kinderboerderij. Mogelijk komen de kinderen echter met een ander idee, wat dan natuurlijk als uitgangspunt genomen kan worden. Zie hier de mindmap die voorafgaand aan dit project is gemaakt.

Op deze blog is alle informatie te vinden om dit project te gaan uitvoeren. Achtergrondinformatie voor de leerkracht, maar ook concrete leertaakvoorbeelden die door de kinderen kunnen worden uitgevoerd.

Hopelijk kunnen jullie snel zonder deze ‘’zwembandjes’’ ter water!